5 Gouden Tips voor hondensporters

De hondensport is enorm in opkomst.  Het begon allemaal in Engeland waar in 1772 de eerste  hondenrennen werden gehouden. In 2014 werd er in Duitsland een groei van 20% van het deelnemersaantal op wedstrijden gemeten.

 Sporten zorgt voor een grotere kans op het krijgen van blessures. De nachtmerrie voor elke hondensporter, want een wedstrijdseizoen missen na jaren lang trainen. Dat kan echt niet. Of veel erger door een flinke blessure zou je moeten stoppen met de sport. In de praktijk zie ik dit met enige regelmaat gebeuren. Dan berust de grote vraag: Had dit voorkomen kunnen worden?

Tip 1: Goed gereedschap is het halve werk.

Als je aan hondensport gaat beginnen dan moet jouw hond geschikt zijn voor de sport de je in gedachten hebt. Ik zie nog vaak genoeg dat Corgi’s worden ingezet voor behendigheid. De kans dat deze honden een schouder, elleboog of polsblessure oplopen is enorm.

Daarnaast is het belangrijk dat je weet of jouw hond gezond is. Heb je een hond met bijvoorbeeld HD, dan hoeft dat NIET te betekenen dat hij voor geen enkele sport geschikt is. Afhankelijk van de ernst van de HD en de mate van spierontwikkeling van je hond kan het zijn dat met een juiste aanpak van de training jouw hond wel geschikt is voor bijvoorbeeld speurwerk, Hoopers, Rally-O enz. Ik kan me voorstellen dat dit voor jezelf moeilijk in te schatten is. Daarom is deskundige begeleiding hierbij essentieel.

Tip 2: Voorkom overtraining

Het is wetenschappelijk bewezen dat, wanneer de frequentie en de intensiteit van je training te hoog is, de conditie van je hond verslechterd in plaats van verbeterd. Een hond met een goede conditie is ook minder gevoelig voor blessures. Een goede manier is een trainingsschema op papier uit te werken waarbij je je doelen noteert, wanneer en wat je gaat trainen. Zo kun je later goed evalueren of jouw aanpak juist is geweest.

Tip 3: Train niet te eenzijdig

Misschien heb je het wel eens gehoord bij mensen, RSI klachten. Dit staat voor Repetitive Strain Injury, blessures die ontstaan door continu herhaling van dezelfde beweging. Wanneer je gaat trainen, leg je vaak de aandacht op de onderdelen die beter moeten gaan. Juist die onderdelen kosten jouw hond extra moeite. Zie je vermoeidheidssignalen, stop dan of ga verder met een andere oefening.

Tip 4: Herken de signalen van je hond

Een van de lastigste onderdelen. Want een echte sporthond is vaak gepassioneerd in zijn werk. Dat betekent dat de adrenaline vol door zijn aderen spuiten wanneer hij weer aan het werk mag. Pijn maar ook vermoeidheidssignalen zijn dan niet tot nauwelijks te signaleren. Deze honden blijken in de praktijk dan ook vaak al langere tijd met blessures rond te lopen. Besteed daarom al in een vroeg stadium tijdens de training tijd aan het leren herkennen van deze signalen bij jouw hond. Elke hond heeft een andere manier van signalen geven. Ook jij kunt ze leren herkennen!

Tip 5: Voorkomen is beter dan genezen

Door springen, spelen en sporten ontstaan snel blokkades in de wervelkolom. In de praktijk zien we dat zelfs puppy’s veelvuldig blokkades in de wervelkolom hebben. Deze blokkades leiden tot verminderde souplesse, kracht en coördinatie en dus is de kans op een blessure vele malen groter. Laat je hond daarom regelmatig checken door een ervaren bewegingsspecialist zoals een fysiotherapeut. Deze persoon kan niet alleen de blokkades verhelpen maar je ook adviezen geven hoe je de training kunt opbouwen. Laat daarom minstens elk jaar bij jouw hond een sportkeuring uitvoeren. Zo weet jij precies waar je staat.

P.S. Wil je naar aanleiding van dit artikel meer weten over het trainen van een sporthond?
Hoe je een goed trainingsschema maakt bijvoorbeeld?
Geef je dan op voor de lezing op 16 februari a.s. via info@fysio-voor-dieren.nl meer informatie is tevens te vinden op:

http://www.fysio-voor-dieren.nl/perfectioneer-training-sporthond/

Posted by
Dominique